Omdat het geen enkele garantie biedt om het recht van iedereen op een waardig inkomen én toegang tot essentiële basisdiensten als gezondheid te realiseren. Een volwaardige sociale bescherming biedt dit wel.
Ofwel is het bedrag hoog genoeg om voor iedereen boven de armoededrempel te zitten (dan is dat ene recht gegarandeerd). Maar dan blijft veel te weinig budget over voor publieke dienstverlening. De mensen zouden zich in dat geval met hun “armoededrempel-basisinkomen” tot commerciële actoren moeten richten voor onderwijs, gezondheidszorg, enz...
Ofwel is het een laag bedrag dat aan iedereen gegeven wordt. Dat lijkt op het eerste zicht wel betaalbaar. Maar ook dan gaat het ten koste van de middelen voor de publieke dienstverlening en de bestaande vervangingsinkomens, waardoor die in de problemen komen. Het geven van een basisinkomen aan iedereen, dus ook aan een grote groep mensen die het helemaal niet nodig hebben, gaat dus altijd ten koste van bestaande noden en van mensen die het wel nodig hebben.
Een basisinkomen biedt ook geen enkele garantie voor het behoud van (een stuk van) de koopkracht en houdt geen rekening met specifieke noden van bv. gehandicapten. Om iedereen gelijke rechten te geven is een aangepast beleid nodig met aangepaste diensten en uitkeringen. De ambitie van het universeel basisinkomen om komaf te maken met wat men administratieve rompslomp en een ingewikkelde constructie noemt is in die zin niet neutraal.
Ten slotte gaat het bij sociale bescherming om solidariteit: we dragen allemaal bij voor wat we gezamenlijk belangrijk vinden en wat we een recht voor elke mens vinden. Een basisinkomen doet dat niet. Na uitkering van het inkomen trekken we met de gemeenschap als het ware onze handen af van elkaar.
Meer informatie, teksten en opinies hierover kan je opvragen bij onze beleidsmedewerker: koen.detavernier@11.be